zondag 25 mei 2014

Cambodja

Cambodja, het laatste nog onbekende land dat we deze reis zullen bezoeken. Terwijl we de grens overstaken realiseerden we ons meer dan ooit tevoren dat het einde van ons avontuur nadert. Gemengde gevoelens kwamen los. Het wordt tijd om naar huis te gaan en het is fijn al onze vrienden, familie en jonge telgen (in wording) te zien. Voordat we in de vergetelheid raken, gezien het tanende bezoekersaantal van onze website. Aan de andere kant komt er een einde aan een wonderlijk jaar waarin we maximaal geleefd hebben. Maar we hebben nog even!


Van de ene verschrikking naar de andere. Nadat we in Saigon sprakeloos werden van de fototentoonstelling in het War Remnants Museum over de gruwelijkheden van de Vietnamoorlog (denk aan bombardementen, moordpartijen en Agent Orange slachtoffers) bezochten we in Phnom Penh de 'Killing Fields' en het S-21 museum, ook bekend onder de naam Tuol Sleng.

Cambodja kent een bloederige geschiedenis. Wat wij zagen ging voornamelijk over de genocide tussen 1975 en 1979. De leider van de Rode Khmer, Pol Pot, was in zijn studietijd in Frankrijk geïnspireerd geraakt door het Maoïsme en wilde van Cambodja een communistische heilstaat maken. Zijn 'Democratisch Kampuchea' moest zelfvoorzienend worden, en het hele land veranderde in een werkkamp. Velen stierven onder de erbarmelijke omstandigheden. Plattelandsjongens werden met propagandistische leugens overgehaald om zich als soldaten in te zetten.

P.P. - geen commentaar

Stadsmensen, religieuzen, etnische minderheden, intellectuelen en ieder ander persoon dat ook maar een bedreiging leek, zoals mensen met brillen, werd gevangen genomen. Bijvoorbeeld in S-21, ooit een school, toen omgetoverd in een gevangenis en martelhuis. Gevangenen werden vreselijk gefolterd om ze te dwingen tot een verzonnen bekentenis. In het tegenwoordige museum zagen we het documentatiewerk van de Rode Khmer. Foto's van doodsbange levende mensen en doodgemartelde personen.

Een martelkamer

Na de bekentenis werden ze, als ze nog leefden, vervoerd richting de Killing Fields. Onder revolutionaire muziek, om het geschreeuw te dempen, werden ze dan alsnog afgemaakt. Kogels waren te duur, dus schedels werden ingeslagen. Baby's werden, onder toeziend oog van hun moeders, tegen een boom kapot geslingerd voordat ze in de massagraven werden gegooid. Terwijl je rondloopt op deze plek des onheils zie je nog steeds botjes en kleding van slachtoffers naar boven komen. Vooral na een regenbui.
De Killing Fields bij Phnom Penh is slechts één van de vele in Cambodja. In totaal wordt er geschat dat er tussen de 1.7 en 2.5 miljoen mensen zijn afgeslacht.

Een zielenhuisje bij de K.F.

We waren met stomheid geslagen toen we de details van deze wrede tijd hoorden. Maar waar we daarnaast ook versteld van staan is dat na de bevrijding in 1979 door Vietnam de Rode Khmer nog steeds aan de macht bleef. De Verenigde Naties zagen de Rode Khmer tot ver in de jaren '90 als regering en ontkenden de genocide. En als we de lokale bevolking mogen geloven is er tot op de dag van vandaag nog totaal geen sprake van een democratie.

Tijd voor iets luchtigers. Een verplaatsing naar het eiland Koh Rong Samloem zorgde ervoor dat we weer even op adem konden komen. Dagen lang deden we niets anders dan eten, op het strand liggen, verkoeling zoeken in zeewater van 30 graden en 's nachts wegzweten in ons hete tentje aan het strand. Voor de afwisseling, en omdat het alweer even geleden was, testten we onze duikvaardigheden tijdens twee fundives. Toen onze huid na maanden reizen eindelijk een beetje kleur kreeg (we zweren bij factor 50) verplaatsten we ons naar Kampot.

Koh Rong Samloem

Onze waterrat

Zeemeermarianne

Per scooter verkenden we Bokor National Park. Een hoogvlakte waar de Fransen vroeger, en wij nu, verkoeling zochten. De weg steeg door een groene omgeving naar 1000 meter hoogte. Een flinke klus voor onze scooter. Aangekomen op de top, waar onder andere een luxe megacasino en een oud Frans kerkje staat, zat ons benzinemetertje duidelijk in het rood. Voor Ruben geen reden tot paniek. Als ervaren fietser bracht hij de scooter met passagiers behendig weer naar beneden, met de motor uit. Gratis kilometers!

Bokor berg

Een helse verplaatsing naar Siem Reap. Vijftien busuren voor een afstand van 464 km. Maar omdat we ons er mentaal op voorbereid hadden, arriveerden we opgewekt in ons comfortabele hotel. Siem Reap is de uitvalsbasis voor de wereldberoemde tempels van Angkor. Fietsfanaten die we zijn, hebben we ons drie dagen rond laten rijden in een tuktuk. We vonden het graag onverantwoordelijk om de temperatuur van 40 graden te befietsen. Bij sommige tempels was het 'Eftelinggehalte' hoog. Een sprookjesachtige setting en hoge bezoekersaantallen. De Tomb Raider (Ta Prohm) tempel is hier een voorbeeld van. Menselijke creaties overwoekerd door natuur. Ontzagwekkend om te zien waren ook de tempels Angkor Thom met zijn vele gezichten en het roodkleurige Banteay Srei, de vrouwentempel, met verfijnde inkervingen en wandsculpturen. Andere exemplaren deden ons soms denken aan de klassieke architectuur in Europa, vanwege de zuilen. Sommige waren gewoonweg verlaten, wat een serene stilte creëerde. Een voortreffelijke afsluiting van Cambodja.

Thom en Thomas

Efteling

Marianne's mooiste glimlach bij Banteay Srei

Papayaboom

Gisteravond, op 24 mei, zijn we aangekomen in de tevens serene straten van Bangkok. Dit vanwege de avondklok die hier door het leger is ingesteld. Bizar om deze anders zo levendige stad zo mee te maken. Overdag is alles echter vrij normaal. Al zien we wat meer groen op straat. Momenteel dus nog niets om jullie zorgen om te maken. Over een paar dagen zullen we de diepe wateren van Koh Tao weer gaan verkennen. We willen ons duikbrevet uitbreiden naar advanced, voordat we op 9 juni naar Italië vliegen. 

En toen kwam er een olifant met een hele lange snuit...

zaterdag 17 mei 2014

Vietnam

De grensovergang van Laos naar Vietnam hebben we per 11 april 2014 verkozen tot `vriendelijkste grensovergang` van onze reis. Alle buitenlandse toeristen werden van harte welkom geheten en kregen persoonlijk reisadvies over hun vervolgroutes.
Dien Bien Phu, de plek waar de Fransen in 1954 een genadeloos en beslissend pak rammel kregen, stond helaas in groot contrast met de grensovergang. Tjokvolle hotels, of er werden zonder blikken of blozen buitenproportionele prijzen gevraagd voor muffe, raamloze gevangeniscellen. Dus dit is Vietnam? We besloten niet langer tijd te verdoen met het zoeken naar een acceptabele slaapplek. Een luxe slaapbus met karaoke en lichtjes in alle kleuren bracht ons in één keer door naar de hoofdstad Hanoi.

In Hanoi zagen we gelukkig het sfeervolle Azië uit onze verbeelding. Het leven op straat, markten en straatverkopers. En een wirwar van electriciteitskabels en scooters. `s Avonds vullen de toch al nauwe straatjes zich met straatbarretjes waar je voor 50 cent een biertje koopt en de georganiseerde chaos vanaf een klein plastic krukje kunt aanschouwen.


Dat verdient een bloemetje

Drie bussen en een boot brachten ons van Hanoi naar Cat Ba eiland. Wie verder kijkt dan de Aziatisch sjieke boulevard van Cat Ba Town, ziet een hoop leven op het water. Vissersdorpjes gebouwd op deinende vlotten drijven in de baaien. We zagen de vissers thuiskomen en hun eten bereiden, terwijl de plaatselijke SRV-boot de laatste ingrediënten leverde.

Een vaste ankerplek

'Twee flessen melk en een kilo piepers graag'

Tweederde van het eiland is omgedoopt tot Cat Ba nationaal park, waar wij een ultieme tocht door het dichte, groene woud maakten. Vijftien kilometer klauterend over hoge kalkstenen rotsen liet ons zweet rijkelijk stromen. Ondertussen slokten wij de overweldigende natuurpracht met grote teugen op.

De Groene Vallei

' Daar gaat ze' 

Van het ene park naar het volgende. We begaven ons naar de grotten van het Phong Nha - Ke Bang nationaal park. Volgens vele reizigers een schande om te missen. Inderdaad, want Phong Nha Cave en Paradise Cave moeten toegevoegd worden aan de onbetwiste hoogtepunten van onze reis. De door de aarde gecreëerde eeuwenoude kunstwerken waren betoverend. Paradise Cave, pas in 2011 geopend voor toeristen, leek wel een ondergrondse megakathedraal, ondersteund door metershoge zuilen van versmolten stalagnieten,- en tieten. We raakten er maar niet op uitgekeken. En dan hebben we het nog niet eens gehad over de prachtig bebosde zigzagwegen waar we doorheen scooterden om er te komen.

Vergroeid met elkaar

'Kiek 'm stoan'

'Kiek 'm goan'

In de keizerlijke stad Hue bezochten we de verboden stad van de Nguyen-dynastie.
Van Hue naar de historische toeristentrekpleister Hoi An. Ook hier duidelijk een Franse stempel. We slenterden door de kleine straatjes met mosterdgele huizen, waar we ons vol propten met lokale gerechten. Na maanden van bossen en bergen, bevonden we ons ein-de-lijk weer eens op het strand. Marianne had daar ondertussen een haast onhoudbare honger naar opgebouwd. Het An Bang strand bij Hoi An bood alles wat ze nodig had. Franse aardappelsalades en ligbedden. In de namiddag zagen we hoe de kleine aantallen westerse toeristen vredevol werden overspoeld door de lokale bevolking die, als het gevaar van de zon is geweken, graag hun avondmaal gezamelijk aan zee nuttigen.

Het oude centrum van Hoi An

Megapicknick in opbouw

Er ligt een 1726 kilometer lange spoorrails van Hanoi tot Ho Chi Minh City (door ons liever Saigon genoemd), aangelegd tijdens de Franse overheersing. Wij legden hiervan 935 kilometer af. Van Danang tot Saigon. Een aangename afwisseling na diverse volgepakte (nacht-)bussen. We hadden ons nog maar net in onze coupé geïnstalleerd, toen onze Vietnamese overbuurman met een biertje voor Ruben aankwam. 'Yo!'; vereenvoudigd Vietnamees voor proost. Voor Marianne had hij een goedbedoelde mok slootwaterthee meegenomen. Vrouwen drinken toch geen bier? Verder konden we geen woord met de beste man wisselen, maar soms is het uitwisselen van blikken (bier) genoeg.
Na een fatsoenlijke nachtrust bereikten we ons eindpunt om 5:00u 's nachts. Prachtig om te zien hoe zo'n stad langzaam ontwaakt. Mensen openen hun handeltjes of staan massaal in het park voor de ochtendgymnastiek. Een enkele dronken toerist waggelt met zijn laatste blikje hoop naar zijn hotel. 

Een aantal uren verstreken terwijl we zochten naar accommodatie. Als een reddende engel stond daar plots Ms. Yang. Vol enthousiasme begon ze over haar homestay te vertellen. 'You will not regret it!' Ruben was verkocht. Niet alleen door de woorden, maar vooral door haar vriendelijke voorkomen. Haar twee zussen en neefjes verwelkomden ons hartelijk. We werden behandeld als familie, met als hoogtepunt de authentieke Vietnamese maaltijd, bereid door de drie gezusters. De plannen die we nog hadden voor zuid-Vietnam lieten we de Mekong Delta in varen. We hadden het tè goed. We bleven een week. 

De oudste zus was in tranen toen we op 6 mei de bus naar Cambodja namen. Eigenlijk hadden we het er alle zeven wel moeilijk mee. 'Wanneer komen jullie weer naar Vietnam?', vroeg het neefje nog.

Onze engel Ms. Yang