zaterdag 22 februari 2014

Myanmar

Magnifiek Myanmar! 
Zeven februari vlogen we naar Mandalay. Geen idee wat ons te wachten stond. Maar de brede glimlach van de bevolking nam ons al snel alle zenuwen weg. 


U-bein bridge bij Mandalay, de langste teakbrug ter wereld.

Mandalay dus. Het onverlichte, rechthoekige stratenplan, een souvenirtje van de Britten, staat in groot contrast met de oude tempels in en om de stad. Een chauffeur nam ons twee dagen op sleeptouw om ons alle bezienswaardigheden te laten zien. Ons programma stond van 's ochtends vroeg tot 's avonds laat bol van tempels, kloosters en lokale markten. Tussentijds zorgden Boeddistische monniken voor aangename gesprekjes om de vaart eruit te halen. Geen haast. 


Geen haast dus

Tempel van teakhout, Mandalay

Lokale lekkernijen

De tempels van Bagan vormden onze volgende bestemming. Grandioos. Bij aankomst in ons guesthouse werden we aangesproken door een olijke, dertigjarige boeddhist die ons graag wilde vertellen hoe we de entreegelden voor het gebied simpel konden ontwijken. In eerste instantie wisten wij niet of we dit wel wilden. Maar toen hij gepassioneerd uitlegde dat dit geld rechtstreeks naar de nog altijd ongewenste overheid gaat, leek het ons een goed idee om onder zijn begeleiding Bagan te verkennen. We beklommen tempels, zagen zonsopkomst en zonsondergang terwijl  onze vriend vertelde over de koningen, de Boeddhabeelden en fresco's. 


Oerhollands

Ook organiseerde hij onze trip naar Mount Popa, een vulkanische rots met tempels op de top. Prachtig om te zien maar vooral de rit heen en terug was een belevenis. In een open jeep denderden we langs kleine dorpen waar kinderen vol enthousiasme naar ons zwaaiden.   


Daar boven op die berg..!

Uitgetempeld bereikten we Kalaw, het startpunt van een driedaagse trektocht naar het Inle Lake. Onze gids uit Bagan had ons in contact gebracht met 'mister Charles', een vriendelijke en zorgzame moslim van 63 jaar die ons met ferme tred naar het Inle Lake loodste. We bezochten verschillende lokale stammen en liepen over heuvels langs uitgeputte landbouwgronden. Onderweg bezochten we twee basisschooldocenten van de dorpsschool in hun woonhutje. Een interessante ontmoeting van docenten, want het leven en werk van deze twee juffrouwen is toch wel even iets anders dan dat van Marianne.


Mister Charles aan kop

Collegiaal onderonsje

De paden op, de lanen in, vooruit met flinken pas

Na drie dagen wandelen was het heerlijk om plaats te nemen in een bootje dat ons over het Inle Lake voer. Een schitterende afsluiting van onze tocht, en een waar hoogtepunt in onze reis. We keken onze ogen uit naar de op palen gebouwde dorpen, de moestuinen en het dagelijkse leven op het water. En bovendien mogelijk wel een toekomst(voor)beeld, wanneer onze planeet door divers toedoen verandert. 
Op de laatste dag bij het meer namen Ruben en Gary een middag vrij terwijl Marianne met Greg op de fiets sprong naar een wijngaard met proeverij. Vrolijk zat ze 's avonds in de bus terug naar Mandalay waar we onze Myanmartrip afsloten. 


Inle Lake

Berend Botje ging uit varen...

We hebben genoten van dit land, de mensen en hun cultuur. Het bereizen was bij lange na niet zo lastig als we hadden gedacht. Mits je de belachelijk vroege aankomsttijden (2:00AM!) van de nachtbussen niet meerekend.  Het was wederom een aangename afwisseling in onze ontdekkingstocht. Heel fijn dat we nog steeds in staat blijken te zijn om ons te verwonderen over deze mooie wereld. 

Nog een paar nachtjes slapen en dan gaan we in hogere sferen verkeren. Nepal!

dinsdag 4 februari 2014

Indonesië & Thailand

Indonesië
"Happy Newyear!", proostten we op 1 januari om 00:00 uur in Labuan Bajo, Flores, met onze nieuwe bootvrienden. Naast onze Russen hadden we met nog 16 andere zeerotten de beproevingen van de afgelopen vier dagen doorstaan. Snorkelsessies over de mooiste koraalriffen werden daarin afgewisseld met slapeloze schommelnachten op open zee of angstaanjagende aanblikken van Komodovaranen.
Het leven op de boot was overigens allesbehalve luxe. Met twintigen sliepen we onder een zeiltje op het bovendek, terwijl we de rest van de dag doorbrachten hangend op het benedendek.

Ons cruiseschip

De Zeerotten

De 'place where the magic happens'

Een dinosaurus

Aangekomen op Flores hadden we dan ook even de tijd nodig om bij te komen. Van de boottrip, een verkoudheid en de nieuwjaarsviering. Suraya Island, een miniplekje met slechts een rij bamboehutjes en een goudgeel strand, bood ons de oase van rust die we nodig hadden. Douchen kon alleen op gezette tijden als het water werd aangesloten en de wc moest je doorspoelen met een emmertje zelf gehaald zeewater. Wat heeft een mens nog meer nodig? Een snorkelset!

Krekwakwou

Een glimp van de onderwaterwereld

Op 6 januari vlogen we vanaf Labuan Bajo naar Jogjakarta. Een familiebezoek stond in het verschiet. Parno, de manager van ome Huub's fabriek, kwam ons ophalen en bracht ons naar de Kampoeng Karangasem. Op de Kampoeng werden we welkom geheten door Huub en Ria, waar we de volgende vier dagen mee doorbrachten.
Een kampoeng is een soort boerendorpje, een gemeenschap, waar het gros van de Indonesiërs leeft. Er gebeurt vanalles. Mensen bewerken hun rijstvelden. Kinderen rijden op scooters. Kippen en koeien lopen overal. De moskee roept op tot gebed. Plastic afval wordt gewoon op de grond gegooid. Totdat oma de boel ijverig opveegd en iemand het opstookt. Wat een leven! Een genot om daar een aantal dagen tussen te zitten. We aten veel en goed en maakten scootertochten met de familie. En 's avonds werkten we aan onze nieuwe verslaving: rikken. Na deze heerlijke ervaringen namen we afscheid van ome Huub en tante Ria en transformeerden we ons naar het stadse leven van Jogjakarta, bestaande uit scooters en bedjaks. Daar ontmoetten we onze vrienden Gary en Greg weer, twee altijd vrolijke Kiwi's (Nieuw-Zeelanders) die we tijdens het bootavontuur hadden leren kennen.

Het eerste stadium van onze nasi goreng

'Op de kampoeng'

Ruben's nieuwe liefde: oma

Wat we toen nog niet konden vermoeden is dat we tot op de dag van vandaag samenreizen met deze mannen. Dit bevalt tot nu toe uitstekend. Het maakt het reizen soms goedkoper, makkelijker en vooral leuker! Samen met hen bezochten we de Borobudur en Prambanan. En we leerden het spel 500, gelijkend op rikken. Wat een toeval... Na een aantal dagen waarop we vooral kaartten, splitsten onze wegen zich voor even. Zij vertrokken alvast naar Bangkok, terwijl wij de trein naar Jakarta namen. Na een kort bezoek aan deze grote, oude en ook arme stad, ontvluchtten we de overstromingen en vlogen ook wij op 16 januari naar Bangkok.

De grootste trekpleister

Borobudur

Greg, Ruben, Marianne en Gary bij Prambanan

De Sewu-tempel voor onszelf

Thailand
Onze vrienden Gary en Greg plus hun vrienden Connor en Hannah zaten ons al op te wachten met een koude Chang, toen we 's avonds bij ons hotel nabij Khao San Road aankwamen. Dit toeristische centrum van Bangkok nodigt uit om een (verlaat verjaardags-) feestje te vieren. Wij gaven ons over aan deze sfeer, en gingen door tot in de kleine uurtjes. De dagen hierna genoten we van bijna alles dat deze metropool ons te bieden heeft. Onze garderobe werd uitgebreid, terwijl we de ping-pongshows links lieten liggen. 

Op Ko Tao incasseerde Ruben zijn verjaardagscadeau van zijn liefste vriendinnetje. Vier dagen lang doken we onder. Aan het einde van dag vier mochten we ons Open Water Divers noemen! Wat een spannende maar geweldige dagen. Heel apart om de wondere onderwaterwereld op deze manier te beleven. 

Een Steenbok en een Vis

Met onze 'PADI in the pocket' vervolgden we onze reis naar nationaal park Khao Sok, een 160 miljoen jaar oud regenwoud. Samen met Greg & Gary maakten we een tweedaagse trip door het park. We hoopten olifanten, tijgers en tapirs te spotten tijdens onze wilde safaritochten. Helaas moesten we ons tevreden stellen met vele aapjes en een enkele toekan. Dat mocht de pret niet drukken want het gebied was ronduit prachtig. Daarbij was de hike en zwemtocht door een grot al een hoogtepunt op zich. 's Avonds luisterden we naar de junglegeluiden vanuit ons drijvende hutje.

Skon plekske war

Khao Sok nationaal park

Vanwege het Chinese nieuwjaar en de stroom aan expats die dit teweeg bracht, lukte het ons niet om een meerdaagse duiktrip te maken die binnen ons budget paste. Jammer, want de Similan Islands schijnen een van 's werelds mooiste duikplekken te zijn. We moeten keuzes maken. Dus terwijl onze 'filthy rich friends' Gary en Greg een duiktocht boekten, namen wij alvast de bus terug naar het noorden. Ayutthaya, ooit de hoofdstad van Thailand, was een fijne plek om even wat cultuur op te snuiven. Op advies van Maartje (een Orion-leerling) verbleven we in het beste guesthouse van de stad, Tony's Place. 

Een met de natuur in Ayutthaya

Myanmar in het vooruitzicht
Op dit moment zitten we weer in Bangkok, waar we morgen onze Kiwi's weer treffen. Een beetje zenuwachtig zijn we wel, want 7 februari vliegen we met zijn vieren naar Myanmar. We hebben geen idee wat ons daar te wachten staat. Vanwege het militaire regime dat in 1962 aan de macht kwam, is dit land decennia lang afgesloten geweest van de buitenwereld. Sinds een aantal jaren is er een quasi-civiele regering tot stand gekomen, al worden de belangrijke zetels waarschijnlijk nog altijd door oude machthebbers bezet. Vanwege onder andere de vrijlating van verschillende politieke gevangenen, waaronder Aung San Suu Kyi, een politiek leider van de oppositie, lijkt de toekomst van het land enigszins hoopvol.
Makkelijk zal reizen in Myanmar waarschijnlijk niet zijn. Het land is pas enkele jaren open voor toeristen, en zover we hebben kunnen lezen is men op toerisme nog niet echt voorbereid. In enkele jaren tijd zijn de hotelkamerprijzen al verdriedubbeld. Waarschijnlijk vanwege de grote vraag en het geringe aanbod. Daarnaast zijn gloednieuwe, smetteloze Amerikaanse Dollars de enige geaccepteerde valuta op veel plekken. Een miniem vouwtje en het geld wordt geweigerd. Waarom kiezen we er dan toch voor om dit land te bezoeken? In de eerste plaats omdat het nog niet is overspoeld door toeristen. Medereizigers zeggen dat je hier het Azië van tientallen jaren geleden ziet. Daarnaast zijn er schitterende bezienswaardigheden zoals de 4000 Boeddhistische tempels van Bagan. Of het Inle Lake, een mythisch landschap van op palen gebouwde dorpen en drijvende boomgaarden. Tenslotte schijnt de grotendeels Boeddhistische bevolking bijzonder vriendelijk te zijn. Ons doel is om ervoor te zorgen dat ons geld zoveel mogelijk direct naar de lokale bevolking gaat in plaats van naar overheidsinstanties. We zijn benieuwd wat Myanmar ons brengt…